Deel 4: Borstkanker: Een echo met een verwarrende uitslag
DEEL 4 ~ HET PAD ONTSTAAT TERWIJL JE LOOPT
Iedere dag onderzoek ik mijn borst. Dat is een van de voordelen van kanker in je borst, zo ontdek ik: dat je zelf de stand van zaken kunt bijhouden. En iedere keer voel ik overduidelijk: de tumor is aan het slinken. En daarmee voor mij ook de – toch al niet zo duidelijk gevoelde - noodzaak om me te opereren. Maar die operatie staat officieel wel nog steeds op de agenda!
Ik besluit een afspraak met mijn huisarts te maken voor een doorverwijzing voor een nieuwe echo, om de tumor opnieuw te laten opmeten.
Nu is mijn huisarts gewoon een reguliere arts, maar het is wel een bijzondere arts. Hij vindt het zichtbaar niks dat ik niet ‘gewoon’ voor het reguliere traject kies en ik kan ook duidelijk zien dat hij een beetje onrustig wordt van waar ik mee bezig ben. Maar om de een of andere reden besluit hij me het voordeel van de twijfel te geven. Ik krijg mijn verwijzing. En zo wordt er 20 januari 2010, tweeëntwintig dagen na de eerste echo, een nieuwe echo gemaakt.
Die echo zal ik nooit vergeten. Wat ze op het scherm zien, brengt alle aanwezigen in verwarring. De tumor is namelijk inderdaad kleiner geworden, van 1,5 naar 0,9 cm! Dat is goed nieuws. Tenminste, dat vind ik! Maar er is niemand van de aanwezigen in de onderzoeksruimte - om de een of andere reden zijn ze met een man of drie vier - die mijn blijdschap deelt en niemand die er ook maar één woord aan besteedt. Geen blijheid, geen opluchting en al helemaal geen interesse in waar ik mee bezig ben. Niets van dat alles, integendeel. Er wordt gewoon finaal overheen gepraat.
Je zou van artsen en radiologen (lees: wetenschappers) toch op zijn minst een open, neutrale en geïnteresseerde houding verwachten ten aanzien van verschijnselen die zich niet volgens het boekje gedragen. Maar nee.
Ze beginnen de hele borst opnieuw aan een, nu uitermate minutieus, onderzoek te onderworpen. Ik liggend op mijn rug, en zij met z'n drie vieren, zichtbaar geïrriteerd en me totaal negerend, om me heen. En dan komt op het scherm komt opeens een derde knobbel aan het licht, onder de tepel. Ik schrik en ben vooral verbaasd. Waar die nou opeens vandaan komt? Is die de eerste keer over het hoofd gezien? Of is die daarna ontstaan? Maar de heren artsen zijn overduidelijk opgelucht (waarvoor dank; het is altijd fijn als mensen met je meeleven).
Ik voel ze denken: fjieuw, narrow escape, die onzin van tumoren die slinken.. hèhè, een nieuwe tumor, gelukkig, dat wordt opereren! Dat was op het nippertje. Toch nog voor het hol van de leeuw weggesleept, oef!
Het is de gedachtegang waar het hele westerse kankerbeleid op gestoeld is: van kanker ga je dood, de dood is eng, dus zijn wij bang en dus gaan we onmiddellijk en frontaal in de aanval. Snijden, bestralen, vergiftigen, kan ons het schelen, het moet weg, weg, weg. (En dat dacht ik ook het eerste uur).
Ik lig daar maar op die behandeltafel en het lijkt wel alsof we in twee verschillende werelden vertoeven. Zij gedreven door de angst dat ik me niet zal laten opereren, maar nu opgelucht, omdat ze zojuist een wellicht nieuwe reden hebben gevonden om mij van gedachten te doen veranderen.
En ik in complete verwarring. Enerzijds heel blij met het resultaat en vol vertrouwen, omdat ik geen enkele reden zie waarom niet alle tumoren - al blijken het er nog zoveel - net zoals de onderzochte rustig zullen verdwijnen. En tegelijkertijd boos, verdrietig en pissed, omdat er met geen woord gerept wordt over het kleiner worden van die eerste tumor. Want laten we wel wezen, dat is goed nieuws. Wat ik zelf al voelde, klopt dus. En waar ik mee bezig ben, blijkt wel degelijk effect te hebben.
Die nieuwe tumor daarentegen, kan best wel eens het gevolg zijn van de mammografie (door het pletten van de oorspronkelijke tumor) of van de bioptie. Iedere verpleegkundige weet, zo hoorde ik na de bioptie, dat als je een holle (biopt-)buis in een tumor steekt (dat hebben ze vijf keer gedaan, drie keer in de ene tumor en twee keer in de andere) en deze dan door de borst heen naar buiten trekt, de kans duidelijk aanwezig is dat je kwaadaardig materiaal door de borst verspreidt. Maar dat vertelt niemand je als je een biopt krijgt. Het gaat allemaal zo snel. Misschien denken ze dat zelfs als dat gebeurt het niet erg is, omdat ze daarna toch gaan opereren? Of is het verlangen naar zekerheid (lees: controle) zo groot dat ze dat risico voor lief nemen?
Hoe dan ook, we zullen nooit weten waar die derde tumor zo plotseling vandaan kwam.
De dag daarna heb ik een nieuw gesprek met de chirurg. Gezien de “verwarrende uitslag”, zoals hij het treffend omschrijft, wil hij eerst een MRI-scan laten maken, om precies te weten hoe het er in mijn borst van binnenuit ziet. Gezien de omstandigheden willen ze de scan alleen maar halverwege mijn cyclus maken, als alle klieren in de borst rustig zijn en de kans op een vertekend beeld zo klein mogelijk.
Dat betekent een week wachten. Daarna duurt het een paar dagen voor de uitslag er is. De week daarna zou ik dan geopereerd kunnen worden. Maar omdat ik dan ongesteld moet worden en de kans op uitzaaiingen beduidend groter is als je geopereerd wordt tijdens je menstruatie, wil ik hoe dan ook niet op dat moment onder het mes. Daar heeft het ziekenhuis gelukkig alle begrip voor.
Op mijn vraag naar mogelijk uitzaaien en hoe snel dat gaat, antwoordt de chirurg dat borstweefsel traag groeit en dat een paar weken uitstel geen extra risico met zich meebrengt. Al met al betekent dit dat de operatie sowieso nog drie weken uitgesteld wordt.
Dat is mooi! Brandon Bays had zes weken nodig om haar lichaam zo te ondersteunen dat de tumor in haar baarmoeder verdween, en die zes weken zijn voor mij nog niet voorbij. Dus ik ben blij met de extra tijd die ik in mijn schoot geworpen krijg.
Het feit dat het ziekenhuis deze vertraging zelf inbouwt, voelt als overmacht waar ik me mooi achter kan verschuilen. Want ik ben er namelijk nog steeds niet uit. (…)
(eind jan 2010, hoe het allemaal is ontstaan)